Onze FAQ behandelt de meest voorkomende vragen op het gebied van intellectueel eigendom.
Een unitair octrooi geeft je in één keer bescherming in meerdere EU-landen, zonder dat je het apart in elk land hoeft te registreren of vertalen. Het is dus één recht, met één set regels en één jaarlijkse verlengingsfactuur. Een Europees octrooi daarentegen is meer een soort menukaart: je vraagt het centraal aan, maar moet daarna per land aangeven waar je het wilt laten gelden en daar ook apart voor betalen. En een wereldwijd patent? Dat bestaat niet. Je kunt via internationale procedures wél bescherming aanvragen in meerdere landen tegelijk, maar uiteindelijk moet je ook daar per land de knoop doorhakken.
Lees meerDe investering voor een unitair octrooi verschilt in veel gevallen van de investering voor een Europees octrooi.
Lees meerMet een octrooi (=patent) bescherm je je technische uitvinding, zoals een nieuw of verbeterd product, een werkwijze of apparaat. U voorkomt zo dat anderen je uitvinding zomaar kopiëren. Eisen: nieuw, inventief en industrieel toepasbaar.
Lees meerEen patent (= octrooi) is maximaal 20 jaar vanaf de indieningsdatum van de octrooiaanvraag geldig, mits elk jaar de instandhoudingstaks wordt betaald.
Lees meerJe kunt een licentie afgeven zodat de andere partij met toestemming, en tegen vergoeding, van je patent gebruik kan maken. Het patent verkopen betekent dat er in één keer afgerekend wordt, en dat alle toekomstige inkomsten naar de koper gaan.
In eerste instantie is het belangrijk om zelf te onderzoeken of er inderdaad van namaak sprake is, er moet dus bewijsmateriaal verzameld worden. Je IP adviseur kan hier in ondersteunen, bijvoorbeeld door een onderzoek uit te voeren. Verder is het belangrijk te onderzoeken of inbreuk plaatsvindt in de landen waarvoor het patent (=octrooi) geldt. Daarna zal bijvoorbeeld met een advocaat en de octrooigemachtigde een afweging moeten worden gemaakt of een gerechtelijke procedure moet worden opgestart, of dat de inbreuk op een andere wijze met de inbreukmaker besproken moet worden.
Lees meerDan is het belangrijk om te (laten) onderzoeken wat het andere patent precies beschrijft, en of je eigen vinding er inbreuk op zal plegen. Ook moet worden onderzocht of het nog rechtsgeldig is, en of het in de regio (landen) geldt waar je je eigen vinding ook op de markt wilt brengen.
Vindingen waarbij de uiterlijke vormgeving belangrijk is, vallen niet onder octrooien, maar onder het modelrecht. Vindingen waarbij het accent ligt op de presentatie van informatie (software, zoals boekhoudkundige stelsels) vallen onder het merkenrecht of het auteursrecht. De naam van een softwarepakket valt echter weer onder het merkenrecht. Vindingen die niet technisch zijn, vallen buiten het octrooirecht. Ook mag de vinding niet indruisen tegen de goede zeden, en geen menselijk leed veroorzaken. Chirurgische technieken (methoden) zijn niet octrooieerbaar (hoewel het hulpmiddel zelf wel octrooieerbaar is). Websites en webwinkels zijn niet octrooieerbaar.
De eerste stap is het kijken naar de concurrentie en in hoeverre die vergelijkbare producten op de markt heeft gebracht, en of die gepatenteerd zijn. Zonder die oriëntatie loop je het risico dat je inbreuk maakt op een reeds vastgelegd patent. Daarnaast is het belangrijk in hoeverre je al bekendheid hebt gegeven aan de vinding (bijvoorbeeld op een beurs, waardoor de eigen vinding daarna niet meer zo gemakkelijk te patenteren is), en in hoeverre de strategie van je onderneming al gericht is op de realisatie van de vinding.
Nee, een patent (= octrooi) is een nationaal recht, geldig in het land waarvoor het is verleend. Een wereldpatent bestaat niet. Er bestaan weliswaar octrooiprocedures waar voor een groep landen tegelijk een patentaanvraag kan worden ingediend, uiteindelijk dient een definitieve landenkeuze gemaakt te worden. Belangrijk onderdeel van een IP strategie is dan ook het samenstellen van een lijst met landen, waarin de IP rechten (patent, merk, model) moeten worden gevestigd. De landenlijst bepaalt in grote mate de hoogte van het IP budget. Een dergelijke lijst kan de landen bevatten, waarin de meeste business wordt gerealiseerd (de afzetmarkt) en/of waar de belangrijkste concurrenten zijn gevestigd.
In de eerste plaats moet er een beslissing worden genomen: past het patenteren van producten in de strategie van het bedrijf? Door een patent wordt immers de uitvinding openbaar gemaakt en dat is niet altijd wenselijk. Vervolgens moet je er budget voor vrijmaken, en bereid zijn te investeren in de vinding. Daarbij kun je denken aan prototypen, het uitvoeren van testen, etc.
Lees meerNee, dat staat daar helemaal los van. Het succes is onder meer afhankelijk van de manier waarop en wanneer de vinding op de markt wordt gebracht. Zijn er bijvoorbeeld werkbare alternatieven aanwezig? En hoe worden die op de markt gezet? Is het een goede timing? Het Video 2000 systeem van PHILIPS (ook bekend als VCC, Video Compact Cassette) was bijvoorbeeld technisch beter dan het alternatief VHS, maar VHS had een betere en effectievere marketing. Daardoor werd het toch marktleider.
Lees meerJe kunt er de opbrengst van je investering in de vinding of oplossing mee veiligstellen. Immers, een patent dat je vinding beschrijft verschaft een soort monopolie, waarmee je je marktaandeel in de markt kunt beschermen, en eventueel derden kunt verbieden met een soortgelijk product of oplossing die markt te betreden. Anderzijds kun je een concurrent een licentie geven zodat hij de in het patent beschermde vinding op een wettelijk toegestane manier wel toe kan passen; daar staat dan een vergoeding tegenover. Een patent kan ook een uithaalmiddel zijn voor een ander patent – de zogenaamde kruislicenties – waardoor je met behulp van de techniek van een ander je eigen product of werkwijze kunt verbeteren/optimaliseren. Tot slot kun je een patent vastleggen om je imago als inventief bedrijf te bevestigen.
Zogenaamde soortnamen zijn niet te beschermen: het woord ‘stoel’ of ‘bier’, of verwante woorden. Ook misleidende woorden worden geweigerd. BEERKOMPANIE is een uitstekend merk voor bier, maar misleidend voor sterke drank. Beschrijvende woorden, denk aan ‘strijkwinkel’ of ‘zorghotel’, zijn ook niet te beschermen. Termen die een kwaliteit of andere hoedanigheid van het product of de dienst aanduiden (zoals ‘super’, ‘ecoflex’) zijn niet te beschermen. Tot slot kunnen vlaggen, nationale emblemen van (inter)nationale organisaties en officiële instanties (bijvoorbeeld de sterren van de Europese Unie) niet worden beschermd.
Lees meerEen merkenbureau onderzoekt eerst de onderscheidende waarde van je merk, en of het merk wel de juiste kenmerken heeft om succesvol vastgelegd te worden. De naam moet bijvoorbeeld uniek en opvallend zijn, niet puur beschrijvend. Daarna onderzoekt een merkenbureau in Nederland, Europa of daarbuiten of het merk nog vrij is, en kun je je merk vervolgens vastleggen.
Wil je voorkomen dat je merk door anderen wordt gebruikt of misbruikt? Met een inschrijving in een merkenregister beschermen onze merkengemachtigden je merk tegen ongeoorloofd gebruik. Een merkregistratie zorgt er ook voor dat anderen je niet kunnen verbieden om je merk te gebruiken. Het merk blijft exclusief aan je voorbehouden. Wanneer je dit niet doet, dan kunnen anderen het merk mogelijk overnemen en het commercieel gaan exploiteren.
Lees meerVoor die landen waar je binnen nu en 5 jaar denkt actief te zijn. Immers, vrijwel alle landen kennen de plicht om het merk binnen 5 jaar in gebruik te nemen. In ogenschouw nemende dat de procedure soms ook wel 4 jaar duurt is de strategie van 5 jaar in één keer mee te nemen bij de merkenbescherming. Mocht een bepaald merk ‘goed’ lopen dan kunnen er altijd tussentijds nieuwe merkenrechten in nieuwe exportlanden worden gevestigd.
Een beschermde merknaam kan veel geld waard zijn of worden. Grote organisaties of bedrijven hebben soms veel geld over om een merk over te nemen. Daartoe is ook een onderzoek nodig, zodat de onderhandelingen gedegen gevoerd kunnen worden. Een voorbeeld is de naamsverandering van DAF Trucks naar Nedcar in 1991. Het bleek dat er een klein autoverhuurbedrijf bestond dat de naam Nedcar al had. De naam Nedcar werd na onderhandelingen overgenomen door DAF Trucks.
Dan kan je IP adviseur onderzoeken welke merknaam het eerste geregistreerd was, of met andere woorden: wie de oudste rechten heeft. In overleg met je IP adviseur kan er dan een passende actie worden ondernomen. Dat kan zijn een andere naam kiezen, de bestaande naam overnemen, of een andere optie.
De letter R betekent dat een merk geregistreerd is, en de letters TM betekent dat merkrechten worden geclaimd, bijvoorbeeld omdat men de aanvraagprocedure in gang heeft gezet.
Nadat een merk gevestigd is kun je via een merkenbureau laten controleren of er vanaf die periode mogelijk inbreuk wordt gemaakt op je merk door de aanvrage van een jonger conflicterend gelijkend merk. Indien dat zo is, zal je merkenadviseur je hierop attenderen en samen met je actie kunnen ondernemen.
Het merkenbureau onderzoekt eerst de onderscheidende waarde van je merk, en of het merk wel de juiste kenmerken heeft om succesvol vastgelegd te worden. De naam moet bijvoorbeeld uniek en opvallend zijn, althans niet puur beschrijvend. Daarna onderzoekt het merkenbureau in Nederland, Europa of daarbuiten of het merk nog vrij is, en kan je merk vervolgens vastleggen.
Ja, maar ook hier geldt: het Handelsregister geeft alleen een weergave van de geregistreerde handelsnamen, niet van de beschermde merken. Het is ook niet de taak van de Kamer van Koophandel om te onderzoeken of een merk nog beschikbaar is.
Ja, maar zoeken op internet levert niet alle merken op die er al zijn. Geclaimde maar nog niet in gebruik zijnde merken zul je er niet snel vinden. Je IP-adviseur kan in de speciale databanken die daarvoor zijn onderzoeken of een merk vastgelegd of geclaimd is, hoe lang de bescherming nog duurt en in welke landen of internationale regio’s een merk is vastgelegd.
Een merk moet worden gedeponeerd voor de producten of diensten waarvoor je het gebruikt dan wel in de nabije toekomst gaat gebruiken. Alle mogelijke producten en diensten zijn ingedeeld in zogenaamde klassen. Ook producten en diensten die hier niet met name worden genoemd moeten in een klasse worden gerubriceerd. Er zijn 34 productklassen en 10 dienstenklassen.
Een kwekersrecht is het intellectueel eigendom op nieuwe plantenrassen. Hierbij kan het gaan om rassen van alle botanische geslachten en soorten. Denk bijvoorbeeld niet alleen aan de algemeen bekende fruitsoorten en groenten, maar ook aan grassoorten, bomen en wijnstokken.
Lees meerLanden die lid zijn van de UPOV Conventie van 1991 bieden een beschermingsduur van minimaal 20 jaar en 25 jaar voor bomen en wijnstokken. Landen kunnen hier dus positief van afwijken. De EU biedt een bescherming van 25 jaar en 30 jaar voor bomen, wijnstokken, aardappelen, bloembollen, houtige gewassen en asperge.
Lees meerEen kwekersrecht is het intellectueel eigendom op een nieuw plantenras. Hierbij kan het gaan om rassen van alle botanische geslachten en soorten. Door middel van een kwekersrecht verkrijg je bescherming voor gebruik van het plantmateriaal van het ras, maar het recht strekt zich ook uit tot oogstproducten zoals appels.
Lees meerIn de meeste landen is het verplicht je ras aan te melden in een register, voordat je het ras mag importeren en commercieel verhandelen. Dit register heet de Nationale Rassenverkeerslijst (Nederland), Common Catalogue (EU) of National Listing / National Catalogue (buitenland).
Lees meerDit is een uitzondering binnen het kwekersrecht, en betekent dat eenieder je ras mag gebruiken voor het veredelen van nieuwe rassen. Dit geldt ook als er een kwekersrecht zit op een ras.
Lees meerVoordat je kwekersrecht krijgt, moet je ras voldoen aan vijf eisen. Allereerst moet het ras nieuw zijn (niet langer dan één jaar in commercieel gebruik). Ten tweede moet het ras onderscheidend zijn, oftewel afwijkend van eerdere rassen. Ten derde moet het ras homogeen zijn. Dat betekent dat planten van je ras niet te veel mogen afwijken van andere planten van dat ras. Als vierde moet je ras bestendig zijn; de specifieke eigenschappen van de plant moeten in opeenvolgende generaties behouden blijven. Tot slot stel je als kweker een naam voor, die door de kwekersrecht verlenende instantie moet worden goedgekeurd.
Lees meerIn principe is dit de persoon die het ras heeft gekweekt of ontdekt en ontwikkeld, of zijn rechtverkrijgende. Er zijn enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer de kweker het ras heeft gekweekt in het kader van een dienstbetrekking.
Lees meerBij het aanvragen van een patent moet bekend zijn wie de aanvrager en de uitvinder zijn. De aanvrager is de houder van het aangevraagde octrooirecht en van een daarop te verlenen patent.
Lees meerVia een licentieovereenkomst biedt je, met behoud van je eigendomsrecht, derden toestemming om onder voorwaarden je intellectueel eigendomsrecht te gebruiken.
Lees meerIntellectuele Eigendomsrechten, waaronder Merken en Modellen en octrooirechten, geven je de mogelijkheid om op te treden tegen namaak van je producten.
Lees meer