Wat hebben Argentinië, Ethiopië, Pakistan en Suriname met elkaar gemeen? En waarom zou je dat als ondernemer moeten weten?
Ze zijn geen lid van het Patent Cooperation Treaty (PCT).
Gebruik maken van het PCT is namelijk uitstelgedrag waar je wél beter van wordt. Je hoeft nog niet te kiezen in welke landen je een patent aanvraagt, maar je neemt een optie alsof je het al gedaan hebt.
Zo koop je minimaal 30 maanden bedenktijd voor een fractie van wat het kost om direct in tientallen landen een patent aan te vragen. Je claimt de wereld, maar vertelt nog niet waar je écht heen wilt. Ideaal als je startup nog moet ontdekken waar de fans of copycats zitten.
Waarom is het dan toch zo belangrijk om te weten wie meedoen met het Patent Cooperation Treaty?
Je krijgt 152 open deuren met een PCT-aanvraag, maar daar vallen dus ook landen buiten. Je hebt maar twaalf maanden om landen buiten de PCT alsnog mee te nemen. Doe je dat niet? Dan blijft de deur daarvoor altijd dicht.
Een PCT-aanvraag is een bijzonder soort patentaanvraag, ook wel bekend als een internationale aanvraag. Je dient hem in, hij wordt onderzocht… en dan gebeurt er niets. Nooit. Want de World Intellectual Property Organization (WIPO), de instantie achter de PCT-aanvraag, verleent helemaal geen patenten. Ze verkopen opties.
Die opties zijn goud waard. Want stel dat je innovatie pas echt tractie krijgt in het tweede jaar. Of dat je concurrent ineens in Brazilië opduikt. Dankzij de PCT-aanvraag kun je de optie uitoefenen om ook daar bescherming voor je innovatie aan te vragen, zolang je nog binnen de bedenktijd zit.
Je weet nooit waar je straks wilt uitbreiden, samenwerken of licenties sluiten. Je kunt niet alles voorspellen. Maar je kunt wel zorgen dat je straks niet met lege handen staat.