In een uitspraak van 19 juni jongstleden bevestigt het hoogste gerecht van de Europese Unie de beslissing tot nietigverklaring van drie parallel lopende strepen in willekeurige richting als merk van Adidas.
Bovenstaand merk werd 21 mei 2014 op naam van Adidas ingeschreven in de EU. Inschrijving werd gevraagd voor kleding, schoeisel en hoofddeksels waarbij werd vermeld dat het merk wordt gevormd door “drie op dezelfde afstand van elkaar geplaatste parallel lopende strepen van gelijke lengte die in welke richting dan ook op de waar zijn aangebracht”.
In december 2014 diende Shoe Branding Europe BVBA een vordering in tot nietigverklaring van dit merk op grond van gebrek aan onderscheidend vermogen. Adidas betwistte dit niet, maar stelde zich op het standpunt dat het betrokken merk in ieder geval door gebruik onderscheidend vermogen heeft gekregen en derhalve rechtsgeldig was ingeschreven.
Voordat het bewijsmateriaal dat Adidas in de procedure inbracht werd beoordeeld, ging het Hof de omvang van het merk bepalen. Uniemerken zijn in principe alle tekens die vatbaar zijn voor grafische voorstelling, mits zij in staat zijn de waren of diensten van een onderneming te onderscheiden. Het betwiste merk wordt gevormd door datgene wat op het moment van inschrijving als kenmerk wordt aangegeven. Dit gezegd hebbende kon het Hof niet anders dan de beslissing van de Kamer van Beroep bevestigen dat het merk bestaat uit 3 dunne parallel lopende verticale zwarte strepen op een witte achtergrond waarvan de lengte ongeveer vijf keer groter is dan de breedte. Het heeft relatief weinig kenmerken: de lengte/breedte verhouding, de witte ruimte op gelijke afstand tussen de zwarte strepen en het feit dat deze strepen parallel lopen.
Kortom, een zeer simpel beeldmerk met drie kenmerken. Het door Adidas aangevoerde element dat het zou gaan om een patroonmerk, een teken dat bestaat uit een reeks elementen dat op regelmatige wijze wordt herhaald (in wat voor uitvoeringsvorm dan ook) werd door het Hof niet geaccepteerd. Dit had gevolgen.
Adidas staat er om bekend de drie strepen op grote schaal te gebruiken maar op zeer verschillende wijzen, getuige het hierboven afgebeelde bewijsmateriaal. In deze voorbeelden worden de strepen op diverse wijze in andere verhoudingen/afmetingen en in verschillende kleurstellingen gebruikt. Dit maakt dat het Hof oordeelde dat er onvoldoende bewijs was van inburgering door gebruik.
Conclusie: van relatief simpele merken weten we al dat het niet makkelijk is ze als merk erkend te krijgen door het publiek. Het kost tijd en marketinginspanningen voordat de consument een enkele punt, uitroepteken of 3 strepen als merk herkent. Als dit al lukt, is het zaak de strepen op een constante gelijke wijze toe te passen op dezelfde plaats in dezelfde kleurstelling. Een monopolie op plaatsing van drie strepen ongeacht kleurstelling, lengte en plaats is een stap te ver.
Ons inziens een terechte uitspraak die evenwel ook op een andere manier bereikt had kunnen worden. In plaats van merkgebruik had het Hof de 3 strepen als decoratiemiddel kunnen duiden en zo was hetzelfde doel bereikt!