Nederland is groot genoeg om te starten en klein genoeg om snel te schakelen. Wie hier iets bedenkt, bouwt of ontwikkelt heeft toegang tot slimme productie en sterke partners.
Je hoeft hier niet groot te zijn om groot te denken. Binnen één uur rijden vind je een machinebouwer die meedenkt, een toeleverancier die kan opschalen en een pilotklant die durft te testen. Dat maakt itereren eenvoudig: bouwen, proberen, bijstellen.
Richt je je vooral op de thuismarkt, dan is een Nederlands patent prima. Met één internationale patentaanvraag (ook wel een PCT-aanvraag genoemd) reserveer je wereldwijde posities, zodat je pas hoeft te kiezen wanneer data, klanten en rendement het rechtvaardigen.
Wereldwijd verloopt 57,4% van alle buitenlandse patentaanvragen via de PCT-route. Amerikaanse bedrijven doen dat zelfs bij 70% van hun aanvragen in het buitenland.
We zitten als Nederland niet ver daarachter: circa 61,7% van onze buitenlandse aanvragen loopt via de PCT-route. Dat past bij bedrijven die hun opties open willen houden voor internationale groei.
Vooral de multinationals slaan Nederland over en gaan meteen Europees of mondiaal, maar dat is niet voor iedereen de beste route. Starten met een Nederlandse patentaanvraag is vaak goedkoper. Het geeft ook nog eens meer ruimte om je patentaanvraag aan te passen.
Begin met patenteren waar het waarde toevoegt, schaal op wanneer het rendeert.