Het rapport laat zien dat Nederland geen startprobleem heeft, maar een schaalprobleem. We hebben sterke kennisinstellingen, we publiceren veel, vragen wereldwijd veel patenten. Maar tussen idee en toepassing verliezen we tempo. Tussen lab en markt blijft het te vaak stil.
Of zoals Peter Wennink het zelf verwoord: ‘’Kortom, onze investeringen in kennis betalen zich nog te weinig uit in economische waarde. Daarmee worden Nederlandse investeringen in kennis de facto ontwikkelingshulp voor landen als Singapore en de VS. ’’
De vier domeinen waar Nederland technologisch relevant kan blijven en waarde kan creëren zijn volgens het rapport: digitalisering en AI, veiligheid en weerbaarheid, energie en klimaat, life sciences en biotechnologie.
Daarvoor moet wel eerst de basis op orde zijn. Het rapport is daar concreet over. Regels en vergunningen vertragen investeringen. Talent is schaars. Energie is duur en onbetrouwbaar. Infrastructuur kraakt.
Het meest veelzeggende cijfer zit misschien niet eens in de groei, maar in de investering. Om dit vlot te trekken is de komende tien jaar 151 tot 187 miljard euro extra nodig. Dat klinkt groot, tot je beseft dat het alternatief structurele stilstand is. En stilstand is op termijn altijd duurder.
Bron: Rapport Wennink