Loop eens door de Efteling en kijk om je heen. Elke achtbaan is gebouwd op een stapel verlopen patenten.
Wat begon met ijzige glijbanen in de 17e eeuw, groeide uit tot het ultieme plezier op rails. Eerst nog met sleeën, daarna met wielen. Van een functionele kolentrein in Pennsylvania naar pure sensatie op Coney Island. En in 1885 was daar dan het patent van LaMarcus Thompson: de eerste echte rollercoaster. Een nieuwe industrie was geboren.
Sindsdien zijn achtbanen sneller, hoger en spectaculairder geworden. Dankzij uitvinders en ingenieurs die niet alleen dachten aan vaart, maar ook aan veiligheid. Zoals John Miller, die in 1919 het onderwiel patenteerde waardoor karretjes niet meer konden ontsporen. Zonder dat wiel geen looping, kurkentrekker en Python.
Achter elk schroefje zit een oud idee dat de weg vrijmaakte voor het volgende. Elk wiel, elke bocht, elk harnas. Wat ooit baanbrekend was, is nu standaard geworden. Wat ooit beschermd was, ligt nu vrij op tafel.